Het schrijven van een blog is een mooie manier om jouw product of dienst onder de aandacht van een groter publiek te brengen. Je zet jezelf neer als expert op je vakgebied en je laat je lezers zien wat je in huis hebt. Maar hoe pak je dat nou aan, zo’n blog? 

Misschien is bloggen voor jou gesneden koek en trek je duizenden mensen naar je website met jouw tekstjuweeltjes. +1! Goed bezig! Je kunt verder lezen, maar je kunt me in een reactie ook jouw blog toesturen: ik vind het leuk om succesverhalen te lezen. Als je het klamme angstzweet al over je rug voelt sijpelen bij de gedachte aan een blog, blijf dan even lezen en kalmeer. Bloggen is leuk! Schrijf je graag, maar wil je meer weten over hoe je jouw teksten kunt verbeteren en nog meer mensen naar je site kunt krijgen? Dan ben je hier goed.

Titel

De titel van een blog hoeft niet per se de eerste zin te zijn die je op papier zet. Sterker nog: als je je tekst klaar hebt, is de titel makkelijker gevonden. Zorg ervoor dat de titel de lezer aanspreekt, maar maak er geen circus van. Wees concreet, doch creatief. Vaag? Nee hoor. Scan op Twitter, Facebook of Linkedin maar eens welke titels van artikelen of blogs jou aanspreken. Grote kans dat dit geen gortdroge kost is. Probeer dit ook voor jouw lezers te bewerkstelligen. Denk er dus aan dat de titel van jouw blog op social media gedeeld kan worden. Als die titel niet aanspreekt, zijn mensen minder geneigd hun kostbare tijd aan jouw blog te wijden. Doe je ook aan Search Engine Optimization (SEO)? Dan doe je er goed aan wat sleutelwoorden of keywordsin je titel te verwerken. Google houdt ervan! Trek het niet te gek: je titel moet wel leesbaar blijven.

Tussenkopjes

Handig voor de lezer en wederom handig voor Google: tussenkopjes. Door deze kleine ’tussentitels’ te gebruiken, maak je je tekst makkelijker leesbaar. Mensen (en jij vast ook!) hebben de neiging om teksten snel te scannen voordat ze echt gaan lezen. Zorg er dus voor dat ze wat te scannen hebben. Maak de tussenkopjes niet te lang en zorg ervoor dat ze duidelijk weergeven waar de alinea eronder over gaat. Ook hier houdt Google van (al kan de liefde van Google door nieuwe algoritmes snel bekoelen). Als je de blog in het CMS-systeem van je website zet, geef de kopjes dan de html-code <h2>hier staat je tussenkop</h2> mee. Je maakt het Google hiermee gemakkelijk om je tekst te indexeren. En wie wil dat nou niet?

Introductie en inhoud

In de introductie geef je de lezers een reden waarom ze jouw blog echt niet kunnen missen. Zorg er dus voor dat lezers niet kunnen beschuitfluiten met die intro: maak hem boeiend, prikkelend, poneer desnoods een scherpe stelling. Alles om de lezer aan je te binden. Zorg ervoor dat je in de rest van je blog voortborduurt op wat je in de introductie hebt genoemd. Verzin niet gaandeweg allerlei thema’s die je ook nog kunt benoemen. Dit werkt verwarrend.

Stijl

De stijl die je voor de tekst hanteert, verschilt per onderwerp. Als je begrafenisondernemer bent, is het wellicht iets minder gepast om te koppen met ‘Laat je niet kisten’. Pas je schrijfstijl dus aan aan je doelgroep. Humor mag wel, maar zorg ervoor dat het altijd past bij het onderwerp en wat lezers verwachten. En dit is overbodig, maar ik ga hem je toch verklappen: GEEN. SPELFOUTEN.

Lengte

Lees jij vaak artikelen waarvoor je moet scrollen? Ja? Je bent mijn held. Nu al. Nee? Dan kan het zomaar zijn dat je hier niet uniek in bent en dat veel lezers dit niet doen. Het is zelfs onderzocht waar en na hoeveel tijd mensen afhaken. Ik kan je vertellen: dat is eerder dan je denkt. Sterker nog: als je mijn blog nu nog aan het lezen bent, heb ik toch iets goeds gedaan. Conclusie: maak je blog niet te lang. Vijfhonderd woorden (één A4’tje) is een mooie lengte. Korter mag altijd. Langer mag ook, maar zorg dan wel voor interessante content!

Afbeeldingen

Ja graag! Afbeeldingen zorgen ervoor dat je tekst levendiger wordt; ze ondersteunen je thema. Google indexeert de titels van de afbeeldingen ook. Geef ze dus een naam die helpt om jouw blog vindbaar te maken, bijvoorbeeld begrafenis.kist.kiezen, om maar even bij de begrafenisondernemer te blijven.

Nog meer gouden tips? Ik hoor ze graag!